Vijf belangrijke beoordelingscriteria
Bij het indienen van je projectaanvraag zijn er vijf beoordelingscriteria van toepassing. Dit zijn onderdelen waarbij we om extra onderbouwing vragen in het projectplan. Dit doe je door per onderdeel duidelijk te omschrijven waarom jouw project hieraan voldoet en gebruik te maken van relevante bronnen.
Je project wordt onder andere beoordeeld op basis van vijf beoordelingscriteria. In het projectplan omschrijf je zo goed mogelijk hoe jouw project voldoet aan deze criteria. Er wordt beoordeeld op de volgende vijf criteria:
- De bijdrage aan de doelstellingen van het EFRO-programma en de RIS3-transities.
Hierbij wordt gekeken het project aantoonbaar inspeelt op een van de vier transities: van een lineaire naar een circulaire economie; van fossiele naar duurzame energie; van zorg naar (positieve) gezondheid en van analoog naar digitaal.
- De bijdrage aan een duurzame ontwikkeling en de maatschappelijke-sociale impact
Dit ziet op de mate van bijdrage van de ontwikkeling aan een oplossing voor een concreet maatschappelijk probleem, en of je project voldoet aan het Do No Significant Harm-principe. Dit houdt onder andere in de mate van het gebruik van hulpbronnen, verhogen van de biodiversiteit en tegengaan van vervuiling van het milieu.
- De mate van innovatie
Hierbij wordt er gelet of er duidelijk en begrijpelijk is omschreven wat er wordt ontwikkeld, waar de innovatie op ziet, of er technische onzekerheden zijn en hoe onderscheidend de innovatie is.
- Het financieel en economisch toekomstperspectief
Dit ziet onder andere op het het verdienmodel, de risico's en bedreigingen en de stappen die doorlopen moeten worden voordat het geïntroduceerd kan worden op de markt.
- De kwaliteit van de aanvraag
Dit ziet onder andere op de planning, projectopzet, kennis en ervaring en bijvoorbeeld risico's tijdens de uitvoering van het project.
Er wordt ook beoordeeld hoe duidelijk en begrijpelijk deze onderdelen zijn omschreven. Beschrijf daarom elk onderdeel zo goed mogelijk en gebruik een kwantitatieve en kwalitatieve onderbouwing. Het helpt om gebruik te maken van relevante bronnen en concrete voorbeelden.
Kijk voor de volledige omschrijving van de beoordelingscriteria bij de toelichting op artikel 5 in de regeling.