Elke landbouwinnovatie begint met een boer die een kans ziet: “Als ik iets wil, dan doe ik het ook”
De toekomst van de akkerbouw vraagt om lef en slimme ideeën. Akkerbouwer Hendrik Luth runt samen met zijn gezin een akkerbouw- en loonbedrijf, waar woorden worden omgezet in daden. Met eigen technologie en duurzame oplossingen, gesteund door het SNN, maakt dit familiebedrijf zich klaar voor de toekomst.
Van energieneutraal beregenen tot precisielandbouw met gps. Die kennis delen ze bovendien met collega-boeren via hun eigen innovatiecentrum. “We willen laten zien hoe dingen in de praktijk werken.” Een bedrijf vol aanpakkers dat laat zien dat doorzetten werkt.

De landbouw vooruithelpen

Hendrik Luth met zoon Noah
Hendrik Luth van Innovatiecentrum Weddermarke staat niet stil. Al 35 jaar kijkt hij vooruit en denkt hij na over wat de landbouw écht nodig heeft. “Vroeger liep ik vaak te ver voor de troepen uit, maar nu neem ik kleinere stappen en zorg ik dat anderen kunnen volgen,” vertelt hij. Samen met zijn vrouw Brenda en oudste zoon Noah probeert Hendrik nieuwe ideeën uit op zijn loon- en akkerbouwbedrijf.
“We willen boeren helpen om klaar te zijn voor de toekomst.” Hendrik bedenkt zijn plannen niet om trends te volgen of geld te verdienen. Ze komen uit een diepe overtuiging. Hij ziet de uitdagingen waar boeren mee te maken hebben, zoals klimaatverandering en een slechtere bodem – en wil zelf de koers bepalen.
“Als je wacht op regels of op wat anderen doen, blijf je achter. Iemand moet het voortouw nemen,” zegt hij vastberaden. “Niet alleen praten over verandering, maar gewoon dóen. Dat ik dit samen met mijn gezin kan doen, maakt het extra bijzonder."
“Als je wacht op regels of op wat anderen doen, blijf je achter. Iemand moet het voortouw nemen,” – Hendrik Luth, eigenaar Innovatiecentrum Weddermarke
Het bracht Hendrik bij verschillende subsidies en regelingen. “Soms stuit je op een nee, soms lukt het wel,” vertelt hij. Dankzij plattelandsontwikkelingssubsidies via het SNN voerde het familiebedrijf projecten uit die anders niet haalbaar waren. Zoals speciale banden voor machines, energieneutraal beregenen en precisietechnieken voor gewasbescherming.
Seizoenen steeds natter
Met het project Bodem in Beeld pakt Hendrik een groeiend probleem in de landbouw aan: bodemverdichting. Met luchtdruksystemen en extra grote banden kunnen machines met minder druk op het land rijden – zelfs onder barre omstandigheden. Bovendien blijft de bodemstructuur beter behouden. In het begin twijfelden mensen over de grote machines. “Ze zeiden: al die grote machines, dat is niks,” vertelt Hendrik. Maar het extreem natte seizoen vorig jaar bewees het tegendeel. “De kleine machines kwamen vast te zitten. Alleen de grote machines konden de oogst binnenhalen.”

Het luchtdruksysteem dat ervoor zorgt dat de machines met minder druk het land op kunnen rijden
Hoewel deze technologie op korte termijn helpt, denkt Hendrik alweer verder. “We moeten gewassen eerder oogstklaar hebben, zodat we niet alleen in oktober en november oogsten. Alleen zo kunnen we omgaan met het veranderende klimaat.” Daarom werkt Hendrik aan een nieuw verbouwplan dat beter past bij de toekomst.
Beregenen met zon

De Dripster beregent het land duurzaam met zonne-energie
Ook droge zomers worden een steeds grotere uitdaging voor boeren. Om water slimmer en duurzamer te gebruiken, heeft Hendrik met steun van subsidie een energieneutraal beregeningssysteem aangelegd. Het systeem combineert een elektrische pomp met zonnepanelen, waardoor fossiele brandstoffen niet meer nodig zijn.
“Je hebt een elektromotor in je bron of sloot, een buitenstelsel bij het land en daar sluit je de haspel op aan,” legt Hendrik uit. “Het werkt zoals je gewend bent, maar dan volledig op stroom en dus zonder dieselolie. De zonnepanelen leveren genoeg energie en wat ik over heb, gaat terug naar het net.”
Het project heeft de CO₂-uitstoot van Hendriks bedrijf flink verminderd en andere boeren geïnspireerd. “De techniek is simpel maar doeltreffend. Ik zie dat collega-boeren het ook oppakken. Het is mooi dat een idee verder gaat dan je eigen erf”, zegt Hendrik.
Onkruidje? Raak!
Hendrik maakte grote stappen in het verduurzamen van gewasbescherming met zijn GPS-gestuurde rijenspuit. “Vijftien jaar geleden zei men dat boeren de helft minder chemicaliën moesten gebruiken. Dat leek een verre droom, maar ik dacht: koud kunstje, we geven de rijenspuit gewoon een update,” zegt Hendrik. Met ondersteuning van het SNN en een spuitmachinefabrikant uit Ter Apel maakte hij zijn plan werkelijkheid. En met succes: de rijenspuit is slim én duurzaam.

Een slimme ruienspuit kan het onkruid in het suikerbietenveld nauwkeurig opsporen
De spuit heeft camera’s die onkruid in het suikerbietenveld nauwkeurig opsporen. “Elke 2,5 centimeter zit een spuitmondje dat precies raak schiet – alleen op het onkruidje, niks anders,” vertelt Hendrik. Dit bespaart 99% aan gewasbeschermingsmiddelen en vermindert schadelijke effecten zoals drift.
Maar Hendrik kijkt alweer verder. “We hebben de cameraherkenning van de spuit gekoppeld aan een schoffel. Waar het kan, bestrijden we onkruid nu mechanisch,” zegt hij. Deze duurzamere oplossing wil hij verder ontwikkelen. “Ik werk eraan om het systeem ook geschikt te maken voor andere gewassen. Er is nog zoveel mogelijk.”
Verder dan z’n eigen erf
Trots, dat is Hendrik op zijn erf dat al generaties in de familie is. Op zijn schoonouders, die nog steeds meewerken in het bedrijf. En op zijn gezin, dat samen met hem aan de toekomst bouwt. Misschien komt het ook door dit geloof in ‘de kracht van samen’ dat zijn

Bij het loonbedrijf delen ze hun opgedane kennis met collega-boeren
innovaties niet stoppen bij zijn eigen erf. Als demobedrijf deelt hij kennis en technieken met collega-boeren in de regio. “Ik pas innovaties direct toe in ons bedrijf. Klanten kunnen via het loonbedrijf zien hoe een machine werkt. Ze kunnen ons inhuren om het te testen of besluiten er zelf een te kopen,” legt Hendrik uit. Tijdens demonstratiedagen laat hij zien hoe machines werken. “Boeren kunnen met eigen ogen zien hoe milieuvriendelijk of praktisch een machine is. Werkt het simpel of moet je veel afstellen? Het draait uiteindelijk om de praktijk.”
Hendrik werkt het liefst met lokale bedrijven aan nieuwe machines en technieken, waardoor de regio sterk blijft in innovatie. “Het leukste is het samenwerken met bedrijven uit de buurt,” zegt hij. “Ik heb vaak een idee, maar kan het niet alleen. Sterker nog: ik kan vrij weinig zelf. Gelukkig vind ik steeds de juiste mensen op het juiste moment.” Zo wordt Oost-Groningen een broedplaats voor duurzame landbouw. “Het mooie is: als ze in Europa de nieuwste technieken willen zien, moeten ze hierheen komen,” zegt Hendrik trots.
Wirwar van regels
Voor Hendrik zijn subsidies onmisbaar om zijn ideeën te realiseren, maar het proces is uitdagend. “Het systeem zit vol regels en papierwerk. Voor veel boeren is dat lastig,” zegt hij eerlijk. “De politiek maakt de regels, en het SNN helpt met subsidies. Maar uiteindelijk moeten wij als boeren die regels toepassen in de praktijk. En dat is bepaald niet eenvoudig.”
“De politiek maakt de regels, en het SNN helpt met subsidies.” – Hendrik Luth, eigenaar akkerbouw- en loonbedrijf.
Hendrik raadt andere boeren dan ook aan om hulp in te schakelen, zoals hij zelf ook doet. “De wirwar van regels is overweldigend voor de gemiddelde boer. Gelukkig heb ik mensen die me helpen, zoals mijn subsidieadviseur. Ik vertel in hoofdlijnen hoe ik het voor me zie en wat ik wil bereiken, en zij zorgt dat het aansluit op de subsidiecriteria. Zonder die hulp was ik er niet aan begonnen.” De medewerkers van het SNN krijgen van Hendrik ook lof. “Ze denken met je mee en wijzen je op wat je moet aanleveren, zodat je door het proces heen komt.”
Volgens Hendrik is het de combinatie van boerenverstand en administratieve ondersteuning die het verschil maakt. “Wij als boeren hebben de kennis van de praktijk. Maar als je iets wilt bereiken, moet je zorgen dat je de juiste mensen betrekt. Informatie-uitwisseling en persoonlijk contact zijn daarbij onmisbaar.” En zo blijft Hendrik bouwen aan een toekomstbestendige landbouw. “Noem het een passie of een afwijking,” zegt hij met een grote lach. “Maar als ik iets wil, dan doe ik het ook.”
Deze akkerbouwer maakte o.a. gebruik van de subsidie Fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen Veenkoloniën. Onderdeel van het Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3). Dit Europese subsidieprogramma richtte zich op de ontwikkeling van een duurzame en concurrerende agrarische sector en een leefbaar platteland. Het is de voorloper van het huidige Europese GLB-NSP programma.