Valorisatie Klein 2025 (van €100.000 tot €350.000)
Werk jij (samen) aan een innovatief project met maatschappelijke en economische impact? En maakt jouw idee of oplossing de komende jaren hét verschil voor een circulair, duurzaam, digitaal en/of gezond Noord-Nederland?
Vanaf 16 oktober kun je de subsidie Valorisatie Klein (€100.000 tot €350.000) aanvragen. Met deze subsidie kun je een nieuw prototype product, proces of een nieuwe dienst ontwikkelen, testen en demonstreren.

Algemeen
De RIS3 is dé innovatiestrategie van en voor Noord-Nederland. In deze innovatiestrategie staan 4 grote ontwikkelingen – transities – centraal:
- van een lineaire naar een circulaire economie;
- van zorg naar (positieve) gezondheid;
- van fossiele naar hernieuwbare energie;
- van analoog naar digitaal.
Deze transities zijn geen doel op zich, maar bieden ontwikkelkansen voor een duurzame en brede welvaart in Noord-Nederland. Deze kansen willen we als regio de komende jaren benutten. Dit doen we onder andere samen met mkb’ers, grote bedrijven, kennis- en onderwijsinstellingen, netwerk- en clusterorganisaties, maatschappelijke organisaties en eerstelijnsorganisaties (zoals Ik Ben Drents Ondernemer, Ynbusiness en GroBusiness).
Het Europese subsidieprogramma's EFRO & JTF en de beschikbare subsidies sluiten naadloos aan bij de doelstellingen van de RIS3. Binnen dit programma draagt subsidie bij aan met name de transitie van fossiele naar hernieuwbare en groene energie én daarmee een klimaatneutrale toekomst.Wat houden deze 4 transities exact in? En hoe gaan we als regio deze kansen de komende jaren benutten? Anders gezegd: waar gaan we in het Noorden de komende jaren voor en naar welke innovatieve ideeën en oplossingen zijn we op zoek?
Lees meer op deze pagina.TRL staat voor Technology Readiness Level. Het is bedacht om aan te geven in welke fase de ontwikkeling van een nieuwe technologie zit. Zie voor meer uitleg ook onze website: TRL-niveaus uitgelegd.
Binnen de valorisatieregeling richten wij ons op projecten die werken aan het ontwikkelen, bouwen en testen van een prototype nieuw product/proces/dienst. Deze activiteiten bevinden zich doorgaans op TRL 5-7. Binnen de nieuwe Valorisatie 2025 regeling is het ook mogelijk om activiteiten op TRL 4 mee te nemen. Van belang is wel dat er voornamelijk sprake is van activiteiten op TRL 5-7.
Op TRL-4 werk je aan het bouwen van het prototype om een technische werkingsprincipe (proof-of-concept) aan te tonen. Ben je al bezig om je prototype te valideren, de eerste stap in het demonstreren van de technologie? Dan bevind je project zich op TRL-5. Uiteindelijk ga je een product/dienst in een testomgeving testen en demonstreren, dit kan bijvoorbeeld een pilotplant zijn of bij een proeftuin-locatie. Hierbij spreken we van TRL-6. Ga je tot slot naar een relevante omgeving met uiteindelijke gebruikers om je product te demonstreren, dan zitten je activiteiten op TRL-7.
Over de subsidie
Uit de evaluatie op de voorgaande valorisatie-regeling is gebleken dat het voor MKB-ondernemingen lastig is om samenwerking met een kennisinstelling te organiseren. Voordat een samenwerking geformaliseerd is tot een projectpartnerschap moeten hiervoor binnen de kennisinstelling de nodige stappen worden gezet.
Om meer betrokkenheid vanuit kennisinstellingen te organiseren is het ook mogelijk om deze partijen in te huren. Hierdoor kan je gebruik maken van de opslag in het subsidiepercentage wat in de regeling is opgenomen zonder dat het formele proces binnen de kennisinstelling voor vertraging zorgt.
Als je hiervoor kiest, dan zijn er wel een aantal aandachtspunten:
- Let op de regels rondom Aanbesteding en Sound Financial Management. Bij inhuur van de kennisinstelling moet je aan deze regels voldoen. Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat je meerdere offertes moet opvragen. Dit is afhankelijk van de grootte van de opdracht.
- Je krijgt weliswaar een opslag in het subsidiepercentage, maar geen opslag in de staatssteunruimte aangezien de kennisinstelling geen partner is. Mogelijk is er daardoor onvoldoende ruimte om de gevraagde subsidie te beschikken.
Mocht je overwegen een kennisinstelling in te huren, neem dan vooraf contact op met het SNN om dit te bespreken.
We willen hiermee de kans geven om tot een beter projectplan te komen. In het projectvoorstel in 2 pagina’s wordt een aantal onderdelen uitgelicht, maar hoef je nog geen volledig projectplan uit te werken. We willen je daarom aanvullend feedback geven op de uitgewerkte versie.
We hebben bij de voorgaande openstelling gemerkt dat veel projecten door de deskundigencommissie zijn afgewezen omdat zaken in het projectplan onvoldoende waren onderbouwd. In deze feedbackronde zullen we vanuit SNN kijken naar je voorstel, waarbij we ook de elementen waarop de deskundigencommissie je aanvraag beoordeelt zullen meenemen.
Deze feedback is vrijblijvend, maar geeft je mogelijk wel een indicatie van onderdelen waarop het plan misschien nog wat meer onderbouwing nodig heeft.
Het uitgewerkte projectplan kan worden ingestuurd naar projectvoorstellen@snn.nl.
Let op: deze feedback is geen formele stap binnen het beoordelingsproces. Het is ook niet een verplichting om van deze mogelijkheid gebruik te maken. Ook kunnen er geen rechten worden ontleend aan de feedback die je vanuit SNN ontvangt. De stap is bedoeld om tot kwalitatief betere projecten te komen die een grotere kans hebben op een positieve beoordeling door de deskundigencommissie.
Het standaard subsidiepercentage is 35% van de kosten die voor subsidie in aanmerking komen. Dit percentage wordt verhoogd in de volgende situaties:
- 10% verhoging (totaal 45%) als u samenwerkt met een andere onafhankelijke onderneming of (eventueel via inhuur met) een kennisinstelling;
- 15% verhoging (totaal 50%) wanneer er wordt samengewerkt met een andere onafhankelijke onderneming en een kennisinstelling.
Er gelden voorwaarden voor de kostenverdeling voordat er sprake is van samenwerking. Deze zijn als volgt:
- Om als samenwerkingsverband met ondernemingen in aanmerking te komen voor verhoging van het subsidiepercentage, mag geen van de ondernemingen meer dan 70% van de kosten die in aanmerking komen voor subsidie, voor haar rekening nemen. Ook moet ten minste één van de samenwerkende ondernemingen behoren tot het mkb.
- Een samenwerkingsverband met (een) kennisinstelling(en) komt alleen in aanmerking voor verhoging van het subsidiepercentage wanneer de kennisinstelling(en) ten minste 10% van de kosten die in aanmerking komen voor de subsidie draagt/dragen. Ook moet/moeten deze kennisinstelling(en) het recht hebben eigen onderzoeksresultaten te publiceren.
- Projectpartners zijn onafhankelijk van elkaar samenwerkende partijen die een aantoonbaar belang hebben bij het project. Zij mogen geen partnerondernemingen van elkaar zijn of met elkaar verbonden zijn.
In de regeling en het begrotingsformat is bepaald welke kostentypes van toepassing zijn. Van belang is dat er een logische verband is tussen de activiteiten waarvoor je kosten maakt en de doelen die je met het project hebt. Ook dient de hoogte van de kosten in verhouding te zijn tot de activiteiten.
Veelgebruikte kostentypes zijn uren en facturen. Maar het is onder voorwaarden ook mogelijk om afschrijvingskosten op te voeren of een bijdrage in natura. Let op dat voor deze kosten extra onderbouwing nodig is om deze subsidiabel te kunnen stellen, zoals bijvoorbeeld een taxatierapport of het bijhouden van een machine-urenregistratie. Heb je hierover vragen, of wil je deze kostentypes opnemen in je begroting? Neem dan vooral contact op zodat we deze vereisten met je kunnen bespreken.
De subsidie is er om het noordelijk mkb te ondersteunen voor valorisatie. De impact van het project moet overwegend terechtkomen bij het noordelijk mkb. Samenwerking is hierbij erg belangrijk. Daarom moedigen wij samenwerking aan. Dit kan een samenwerking zijn van een noordelijk mkb-bedrijf met een grote ondernemingen en/of kennisinstellingen. Deze samenwerking mag ook met een niet-noordelijke partij zijn, zolang de impact van het project overwegend plaats vindt bij het noordelijk mkb.
Grote ondernemingen kunnen wel een aanvraag doen. Zolang het mkb maar centraal staat.
Nee, een MBO school is geen kennisinstelling volgens de Europese regelgeving. Omdat we zien dat de samenwerking met MBO-instellingen wel een belangrijke toegevoegde waarde heeft voor Noord Nederland, belonen wij deze samenwerking wel met een opslag in het subsidiepercentage.
Let op: omdat het MBO juridisch dus geen kennisinstelling is, valt zij niet onder de kaderregeling betreffende staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie (Vo 2022/C 414/01). Hierdoor zijn er mogelijk wel staatssteun-technische beperkingen van toepassing.
Een aanvraag indienen
In de reflectie van de provincie op het projectvoorstel in 2 pagina’s staat omschreven in welk loket je de aanvraag kan indienen. Realiseert je project vooral impact in de regio Groningen en/of de Gemeente Emmen, dan dien je je aanvraag in binnen het JTF portal. Wordt de impact voornamelijk in Fryslan of de provincie Drenthe gerealiseerd, dan moet je je aanvraag indienen in het EFRO-portaal.
Voor de regeling Valorisatie 2025 Klein moeten alle aanvragen ingediend worden binnen het EFRO-portaal.
Alle verplichten documenten staan benoemd op de subsidiepagina onder het kopje “Aanvraag voorbereiden”. Ook de bijbehorende formats kun je hier ook downloaden.
We hebben bij de voorgaande openstelling gemerkt dat veel projecten door de deskundigencommissie zijn afgewezen omdat zaken in het projectplan onvoldoende waren onderbouwd. Besteed hier dus voldoende aandacht aan. Geef bijvoorbeeld inzicht en toelichting op cijfers (waarop gebaseerd en/of hoe opgebouwd) of vermeld de bron. Hierdoor kan de deskundigencommissie beoordelen dat geprognotiseerde cijfers (zoals marges, kostprijs, omvang van de markt) aannemelijk en realistisch zijn. Wanneer de onderbouwing voldoende is, is op voorhand echter lastig aan te geven. Het is echter wel aan te raden om voldoende ruimte (en tijd) hiervoor te reserveren. De hoogte van het gevraagde subsidiebedrag is een factor die meespeelt in de beoordeling. Het is hierbij goed om te weten dat het mogelijk is om feedback van het SNN te ontvangen op een 80/90% versie van je projectplan.
Nee, dit mag niet. Het projectvoorstel in 2 pagina’s is een verplichte voorwaarde om in aanmerking te komen voor deze subsidie. De reflectie op het projectvoorstel in 2 pagina’s is een verplichte bijlage bij je subsidieaanvraag. Zonder deze reflectie is je aanvraag niet compleet en wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.
Ja dit kan. De reflectie geeft de kans van slagen van jouw project aan. Je kan op basis van de reflectie jouw voorstel aanpassen. De keuze om alsnog in te dienen ligt bij jou als aanvrager.
Projectvoorstellen
Binnen drie weken na binnenkomst van het complete projectvoorstel neemt een projectadviseur van de provincie contact met je op om het voorstel te bespreken. Kort daarna ontvang je de reflectie rechtstreeks van de provincie.
MKB-verklaring
Je bent een mkb-onderneming wanneer:
- er bij de onderneming minder dan 250 fte werkzaam zijn en
- de jaaromzet de € 50 miljoen of
- de jaarlijkse balanstotaal de € 43 miljoen niet overschrijdt.
Wanneer er binnen jouw onderneming meer dan 250 fte werkzaam zijn, ben je geen mkb-onderneming. Je bent ook geen mkb-onderneming wanneer zowel jouw jaaromzet de € 50 miljoen als de balanstotaal de € 43 miljoen overschrijdt.
Je doet dit op basis van je meest recente jaarrekening.
Is er sprake van meerdere ondernemingen waarvan je de mkb-cijfers moet berekenen? Bereken dit dan over hetzelfde jaartal. Meer informatie vind je op de pagina mkb-toets rekenvoorbeelden.
Ja, mits je voldoet aan de mkb-criteria.
Hiervoor vul je de mkb-verklaring in. Meer informatie vind je op de pagina mkb-toets rekenvoorbeelden.
De onderneming die de aanvraag indient, ondertekent de mkb-verklaring. Het ondertekenen gebeurt door een tekeningsbevoegd persoon binnen de onderneming.
Juridische organisatiestructuur
Dit bestaat uit de structuur van het verband van ondernemingen. Deze moet schematisch worden weergegeven inclusief de deelnemingspercentages. Per onderneming moeten de volgende gegevens worden genoemd op basis van de meest recente gegevens (voor elke onderneming voor hetzelfde jaartal):
- aantal fte;
- de jaaromzet;
- het balanstotaal.
Met de juridische organisatiestructuur krijgen wij een volledig inzicht in het verband van ondernemingen van de onderneming die de aanvraag indient. Wij toetsen op basis hiervan:
- welke ondernemingen mee moeten in de beoordeling voor de toets financiële moeilijkheden;
- of er op basis van de mkb-cijfers voldaan wordt aan de definitie van een mkb-onderneming;
- of er nog bijzonderheden zijn die we mee moeten nemen in de beoordeling van de aanvraag (wordt er bijvoorbeeld een deskundige ingehuurd die ook in het verband zit? Of is er een andere onderneming in het verband van ondernemingen die al eerder een aanvraag heeft ingediend?);
- indien er een andere onderneming in het verband van ondernemingen ook kosten gaat maken voor het project dan kunnen wij in de structuur zien hoe deze ondernemingen met elkaar verbonden zijn.
Jaarcijfers
Je moet een (gepubliceerde) jaarrekening aanleveren zodat wij de volgende zaken kunnen toetsen:
- Of je het project financieel kunt dragen. Hierbij kijken wij bijvoorbeeld of er voldoende cashflow en vermogen is.
- Of je niet in financiële moeilijkheden bent. Als wij onvoldoende informatie kunnen herleiden uit de gepubliceerde jaarrekening bij de Kamer van Koophandel, dan vragen wij de volledige jaarrekening op.
Wij moeten beoordelen of er voldoende vermogen is om het project financieel te kunnen dragen. In dit geval ontvangen wij graag een gedocumenteerde onderbouwing van hoe je de begrote kosten van het project gaat dragen.
Bestaat je onderneming korter dan 3 jaar? Lever dan (één van) de volgende documenten aan:
- kopie bankafschrift: hiermee kun je aantonen hoe de financiële situatie op dit moment is;
- aangifte IB (inkomstenbelasting): hiermee kun je aantonen hoeveel winst je hebt gemaakt;
- openingsbalans: hiermee kun je aantonen hoe de financiële situatie op dit moment is.
Bestaat je onderneming langer dan 3 jaar? Dan gaan wij ervan uit dat je een jaarrekening kunt aanleveren. Is dit niet het geval? Neem dan contact met ons op!
In de eerste plaats volstaat dit niet, tenzij de accountant een verklaring afgeeft waarin staat dat de definitieve cijfers niet zullen afwijken van de conceptcijfers.
Formulier financiële moeilijkheden
Een voorwaarde om voor subsidie in aanmerking te komen is dat je onderneming niet in financiële moeilijkheden is. Om duidelijkheid te krijgen of de onderneming wel of niet in financiële moeilijkheden is, vragen wij bij het indienen van een aanvraag naar een ingevulde verklaring financiële moeilijkheden. Zo weet je voordat je een aanvraag indient of je voldoet aan deze voorwaarde (en dus in aanmerking komt voor de subsidie).
Om te toetsen of de onderneming in financiële moeilijkheden is, dien je het beslisschema van de verklaring te doorlopen. De verklaring lever je vervolgens volledig ingevuld en ondertekend aan bij het indienen van je aanvraag.
Is er sprake van verbonden ondernemingen? Dan kun je deze verklaring invullen op groepsniveau op basis van de geconsolideerde jaarrekening. Is er geen geconsolideerde jaarrekening aanwezig? Dan kun je hiervoor de consolidatiestaat gebruiken.