Samenwerken aan innovatie EIP 2024 Fryslân
Heb je een idee voor een samenwerkingsproject en richt jouw project zich op innovaties in de Friese landbouwsector? Vraag dan subsidie aan voor het ontwikkelen van een duurzame en toekomstbestendige landbouw.
Veelgestelde vragen voor GLB subsidies
Op deze pagina vind je de veelgestelde vragen over de GLB 23-27 subsidies voor plattelandsontwikkeling.
Algemeen
Starten, voor eigen risico, met je project en het maken van kosten is toegestaan na indiening van je subsidieaanvraag. Uitzondering hierop zijn voorbereidingskosten (kosten die gemaakt zijn tot maximaal 1 jaar voor indiening aanvraag om tot een goede subsidieaanvraag te komen). In een aantal openstellingen kunnen voorbereidingskosten subsidiabel zijn.
Let op! Het aangaan van financiële verplichtingen (tekenen van offertes, opdrachtverstrekkingen) voor de uitvoering wordt gezien als start van het project. Alle kosten die je maakt bij een te vroeg aangegane verplichting komen niet voor subsidie in aanmerking.
E Herkenning
Aanvragen worden digitaal ingediend bij het Webportal voor GLB. Om een projectaanvraag digitaal in te kunnen dienen moet je digitaal herkend kunnen worden door de overheid. Dit gebeurt via eHerkenning. Voor het doen van een subsidieaanvraag heb je eHerkenning met niveau 2+ of hoger nodig.
Alleen (agrarische) ondernemers of organisaties die staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel kunnen eHerkenning aanvragen. Je betaalt voor de aanschaf en het gebruik van een eHerkenningsmiddel. De kosten en de termijn van de geldigheid van de eHerkenning verschillen per aanbieder. Vaak worden er kosten in rekening gebracht als je de termijn wilt verlengen.
Let op! Tot en met de afronding van het project heb je eHerkenning nodig om in te kunnen loggen in het Webportal voor GLB.
Particulieren die aan aanvraag indienen hoeven geen eHerkenning te gebruiken. Dan gebruik je de knop "Anders inloggen" op het GLB webportal.
Ga naar de website van eHerkenning. Hier zie je bij welke aanbieders je eHerkenning kunt aanvragen. Houdt er rekening mee dat het verkrijgen van de eHerkenning enkele werkdagen kan duren (afhankelijk van de gekozen aanbieder).
Denk erom dat je voor het doen van een subsidieaanvraag eHerkenning met betrouwbaarheidsniveau EH2+ of hoger nodig hebt.
BRS nummer
Dit is een relatienummer wat je krijgt als je je bij RVO registreert.
RVO betaalt de GLB-subsidie uit. Om uit te kunnen betalen moet je wel geregistreerd staan bij RVO.
Het BRS-nummer komt op de verleningsbeschikking te staan. Dit nummer moet dus bekend zijn bij SNN voordat wij een beschikking kunnen versturen. Als je dit nummer nog niet hebt wanneer je de subsidieaanvraag indient, zorg er dan voor dat je dit nummer zo snel mogelijk aanvraagt.
Voor het aanvragen van een BRS-nummer heb je eHerkenning nodig.
Je kunt een BRS-nummer gratis aanvragen via mijn.rvo.nl. Zodra je inlogt wordt je geregistreerd. Je krijgt dan van RVO een relatienummer. Dit is het BRS-nummer. Dit nummer kan je vinden in 'Mijn Dossier' bij 'Mijn gegevens wijzigen'.
Let op! Je moet het bankrekeningnummer, waarop de subsidie betaald moet worden, toevoegen aan 'Mijn Dossier'. Pas dan kunnen wij een betaling doen.
Tendersystematiek
Bij een tender worden alle aanvragen beoordeeld en gerangschikt op basis van kwaliteit. Elke aanvraag krijgt op dezelfde criteria en wijze een score. Die score wordt gebruikt om een rangschikking te maken. Hoe hoger de score, hoe hoger de aanvraag in de rangschikking terecht komt.
De beschikbare subsidie wordt verdeeld op basis van de rangschikking. De hoogst gerangschikte aanvragen ontvangen subsidie, totdat het subsidieplafond is bereikt. Vaak is er ook opgenomen dat er een minimaal aantal punten moet worden behaald om voor subsidie in aanmerking te kunnen komen. Op deze wijze wordt bereikt dat de beste projecten voor subsidie in aanmerking komen. Alleen de tijdig, volledig en op correcte wijze ingediende aanvragen kunnen voor subsidie in aanmerking komen.
Dit is opgenomen in het openstellingsbesluit.
Voor LEADER geldt dat naast het openstellingsbesluit de criteria ook zijn opgenomen in de Lokale Ontwikkelingsstrategie (LOS) van het gebied waar je de aanvraag indient.
Veelgestelde vragen EIP
Deze subsidie is bedoeld voor samenwerkingsverbanden. Het verband moet uit tenminste twee partijen bestaan en in ieder geval een partij is een landbouwer. Geen van de deelnemende partijen mag meer dan 70% van de subsidiabele kosten voor haar rekening nemen.
Je kunt subsidie krijgen voor:
- Loonkosten
- Eigen arbeidskosten
- Afschrijvingskosten
- Kosten van derden
De hoogte van de subsidie bedraagt:
a. 40% van de subsidiabele kosten voor investeringen (bedrijfsmiddelen, zie ook openstelling);
b. 100% van de overige subsidiabele kosten.
Onder bedrijfsmiddelen vallen:
- Vaste activa die men voor bedrijfsvoering gebruikt. En die vallen onder het ondernemingsvermogen. Bijvoorbeeld gebouwen, machines en inventaris. Maar bijvoorbeeld ook software.
- Investeringen in bedrijfsmiddelen zijn subsidiabel voor de duur van het project.
Stel: De aanschafprijs voor een machine bedraagt € 100.000. De machine wordt binnen 5 jaar afgeschreven, maar de duur van het project is 3 jaar. In dit geval zijn 60% van de kosten dus €60.000 subsidiabel. De subsidiabele kosten zijn dan (25% van € 60.000) € 24.000.
Er zijn twee begrotingsformats:
- Begrotingsformat op basis van werkelijke loonkosten en eigen arbeidskosten
- Begrotingsformat op basis van vereenvoudigde kostenoptie (VKO) voor arbeidskosten
Kijk welk begrotingsformat het beste bij het project past. Een voordeel van het format voor werkelijke loon- en arbeidskosten is dat alle uren tegen werkelijke kosten meegenomen worden.
Bij het format VKO is dit anders. Bij dit format worden de loonkosten en kosten eigen arbeid berekend door de overige subsidiabele kosten x 0,23 te doen. Dit format is eenvoudiger en zorgt voor minder administratieve lasten. Bij dit format ben je niet verplicht om verantwoording over gemaakte uren af te geven.
Het voorschot bedraagt 50% van de verleende subsidie. Dit is een optie. U kunt ervoor kiezen om dit niet te doen.
Geen. In tegenstelling tot het vorige programma stellen we geen eisen meer aan het TRL-niveau (Technology Readiness Level) van een project.
Het innovatieve samenwerkingsproject moet te maken hebben met de voortbrenging van landbouwproducten of handel in landbouwproducten Zie hiervoor Bijlage 1 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU).
Je moet een globaal overzicht geven van je onderzoek. Daarnaast moet je ook op voorhand onderzoeken of er al een vergelijkbaar onderzoek is uitgevoerd. Zie hiervoor de website: Home | EIP-AGRI (europa.eu)
Nee. De openstellingen zijn inhoudelijk gelijk.
Hiervoor gebruiken we de definitie uit de bijlage 1 van de VWEU. Deze lijst kun je vinden bij het kopje Wet- en regelgeving van elke EIP-pagina.